
Tegen het einde van de jaren ’20 was jazz gemeengoed geworden. Jazz werd een vast onderdeel van het uitgangsleven ook dat van blanken en werd meer dan voorheen dansmuziek. Naast cafés en speakeasy’s kwam de nadruk te liggen op ‘ballrooms’, theaters en cabarets. In de jaren ’30 ontstonden in de VS en in Europa talrijke ‘bigbands’, die alle de beste solisten probeerden te verzamelen. Ook nu nog hebben de namen van de bandleiders een bekende klank: Bijvoorbeeld: Count Basie, Jimmy en Tommy Dorsey, Duke Ellington, Benny Goodmanven uiteraard Glenn Miller. Om in de stemming te komen kun je hier luisteren naar een swingende Count Basie en zijn orkest met de “One O’clock Jump” (1960)
Wat onderscheidt swing van oude jazz?
Kenmerkend voor swing is de vervanging van twee klemtonen per maat, kenmerkend voor oude jazz (ta – ta – ) door vier, waarbij de laatste tel een extra accent krijgt (ta, ta, ta, pom). De klemtonen volgen elkaar dus in een veel sneller tempo op. Technisch was dat mogelijk door de vervanging van de sousafoon door de contrabas. Swing lijkt hierdoor vloeiender dan Dixieland muziek.
De saxofoon verdrong de rol van de trompet als solo-instrument. Bovendien droeg de saxofoonsectie vaak de melodie, terwijl de (schuif)trompetten voor melodische accenten zorgden. Ook kreeg de ritmesectie een veel belangrijkere rol dan in de Dixielandmuziek. Voor het eerst waren er solo’s op het slagwerk. De meeste bands vervingen het rauwe geluid van de banjo door de zachtere klanken van de gitaar. Ervaren arrangeurs droegen bij aan de klankkleur, maar ervaren bandleden zorgden voor het verschil door hun improvisaties.
Je hoort dat hier in de swingende uitvoering van “Suger Foot Stomp” door het orkest van Fletcher Henderson (1926). Het verschil met oude jazz komt duidelijk tot uitdrukking als je deze opname hier vergelijk met een opname van hetzelfde nummer ook door het orkest van Henderson uit 1920.
Dansmuziek
Het swingtijdperk heeft een groot aantal nummers opgeleverd dat tot op de dag van vandaag wel ergens te beluisteren valt. Luister naar “It Don’t Mean A Thing” (If It Ain’t Got That Swing) gespeeld door de band van ‘Duke’ Ellington en gezongen door de first lady of song Ella Fitzgerald (1965).
Vooral voor de jongeren was ‘swing’ dansmuziek bij uitstek. Dat was tevens de aanleiding voor de verbreiding van de “Lindy hop”, een dansstijl die tot op de dag van vandaag beoefend wordt. De naam is afgeleid van de vliegenier Charles Lindbergh die in 1927 een solovlucht van New York naar Parijs had afgelegd en daardoor grote populariteit had verworven. De stijl hield het midden tussen de Charleston en breakdance met een vleugje acrobatiek. In de volgende opname van “In The Mood” uit de film Hollywood Hotel (1937) hoor je de ‘hotswing’ van de band van Benny Goodman en het virtuoze drummen van Gene Krupa en kun je ook staaltjes van de Lindy hop bewonderen.
Tussen ‘hot’ en ‘sweet’ swing
Gaandeweg begon het repertoire van bigbands meer te omvatten dan swingende dansmuziek. Dat kwam omdat bigbands behalve in ballrooms ook speelden in revues en musicals. Ook werden bigbands steeds vaker begeleidingsorkesten van vocalisten, zoals Ella Fitzgerard, Bessie Smith, Billie Holiday en Frank Sinatra, die een gevarieerd repertoire hadden. Naast ‘hotjazz’ speelden ze daarom ook ‘sweet jazz’, die een stuk rustiger was en was afgestemd op de oudere leeftijdsgroep. Deze nam afstand van jazz vanwege de vaak complexe improvisaties, het hoge tempo, het wilde dansen en de soms gewaagde teksten. Maar ook een aantal musici veroordeelde de commerciële en muzikale uitwassen van de swing en keerde terug naar de oude jazz. Spanning tussen muziek als vorm van amusement en kunstvorm is overigens iets van alle tijden.
Talrijke jazzstandaarden
Net als het geval was bij Dixielandmuziek heeft de swingperiode een groot aantal jazzstandaarden (karakteristieke nummers) voortgebracht. Enkele heb je al kunnen beluisteren; een paar andere zijn: “Begin the Beguine“, “Chattanooga Choo Choo”,”King Porter Stomp”, “Sing, Sing, Sing”, “Body and Soul” en “Caravan”. Een volledige lijst vind je hier. Het heeft geen zin om de uitvoerders te vermelden want ze hebben op het repertoire gestaan van vele tientallen bands, zangers of zangeressen.
Het naderende einde van het swingtijdperk….
Na 1940 ging het geleidelijk bergafwaarts met de bigbands, veel artiesten moesten in dienst en vanwege de bekostiging van de oorlog verhoogde de overheid de vermakelijkheidsbelasting voor alle dansgelegenheden. Bovendien wonnen de musici een jarenlang lopende zaak over hun aandeel in de platenverkoop. De kosten van een bigband werden te hoog en bands werd ontbonden. Een deel van de musici ging op zoek naar nieuwe wegen. Ze vonden dat zowel de composities van swingmuziek net als de zoetgevooisde ‘sweet jazz’ steeds vaker door commerciële overwegingen werden ingegeven. Zij wilden jazz weer als kunstvorm herstellen. Daarover gaat mijn volgende post.
….. Maar niet voor goed
Bigbands en swing hebben verschillende comebacks gemaakt. De bands van Stan Kenton en Woody Herman, die zich afficheerden met progressieve jazz, behielden voldoende fans, dankzij hun innovatieve arrangementen en solisten van hoog niveau, zoals Stan Getz. Veel radio- en televisie stations richtten eigen bigbands op voor de begeleiding van zangers en zangeressen. In Nederland nemen de Ramblers daarbij een bijzondere positie in. Opgericht in 1926, werden de Ramblers in 1964 het huisorkest van de VARA. Na de opheffing van het VARA-dansorkest in 1974 werd de naam Ramblers in eer hersteld en werd het huisorkest van de TROS. Hier kun je naar een promo kijken van dit bijna 100 jaar oude orkest, dat zijn repertoire net als veel vergelijkbare voormalige bigbands aanzienlijk verbreed heeft.
De hernieuwde populariteit van de band van Duke Ellington is voor een deel te danken aan het optreden op het Newport jazzfestival in 1956. Door omstandigheden begon de band uren te laat. Op het programma stond Ellington’s compositie “Crescendo & Diminuendo in Blue”. Een stuk dat uit twee delen bestaat, verbonden door een korte solo door tenorsaxofonist Paul Gonsalves. Aan het begin van de solo begon een vrouw in het gangpad te dansen, weldra volgden honderden andere bezoekers. Duizenden andere stonden op en begonnen ritmisch mee te klappen en de solist aan te moedigen. Ellington liet Gonsalves zes minuten lang doorspelen en deze zette een van de beste improvisaties in de jazz ooit neer. Het publiek was uitzinnig en toen het nummer eindelijk was afgelopen volgde er een minutenlang durende staande ovatie en de albumverkoop sprong omhoog. De ‘Duke’ sprak de legendarische woorden: “Vandaag ben ik geboren”. Je kunt hierna het hele optreden beluisteren; de reacties van het publiek zijn in deze verfilming minder goed hoorbaar. Daarvoor kun je daar hier naar een radio-opname van het hele nummer luisteren, voorzien van tekstuele toelichting op het optreden.
Swing in de 21ste eeuw
Gipsy swing of jazz manouche is de enige in Europa variant binnen het genre swing. Grondleggers waren jazzgitarist Django Reinhardt en violist Stéphane Grappelli en zij werden onder andere beroemd met het Quintette du Hot Club de France. De belangstelling voor deze stijl taande toen het swingtijdperk ten einde kwam, maar vanaf de jaren ’70 is d de waardering weer volledig terug en veel Franse kinderen leren tegenwoordig vaak op jonge leeftijd gipsy jazz spelen, overigens zonder andere genres te vergeten. Overigens zijn er in Nederland zeker honderd bands die jazz manouche spelen, verenigd in de Stichting Hotclub de France.
In de periode na 1990 leefde swing wereldwijd opnieuw op, weliswaar met minder personeel op de bühne. Bands als Royal Crown Revue en Lavay Smith, vertolkten oude of nieuwe nummers in de originele stijl. Big Bad Voodoo Daddy, The Cherry Poppin’ Daddiesen Caravan Palace, voegden aan hun swingende optredend een vleugje rock en ska toe. Bij Caravan Palace – een Franse groep – is dat een flinke vleug gipsy swing. Elk van deze bands is de moeite van het luisteren waard.
Ik nodig je uit te luisteren naar een van de vele hedendaagse bands die de originele gipsy swing spelen, in dit geval de de jazzstandaard ”Minor Swing” gecomponeerd door Django Reinhardt en uitgevoerd door de Saint Andreu Jazz Band (2013).
Geef een reactie op Duke Ellington (De ontwikkeling van jazz 8/11) – Expeditie muziek Reactie annuleren