Miles Davis (De geschiedenis van jazz 10/11)

Miles Dewey Davis III is geboren op 26 mei 1926 in Alton (Illinois, U.S.). Hij overleed op 28 september 1991 in Santa Monica (California, U.S.). Hij groeide op in welvaart; zijn moeder was violiste en zijn vader tandarts. 

Davis voelt zich van jongs af aan aangetrokken tot blues, bigbands en gospel. Op zijn negende krijgt hij zijn eerste trompet. Elwood Buchanan leerde hem daarop spelen. Davis sprak later van de “biggest influence on my life”. Buchanon benadrukte het belang van spelen zonder vibrato, tegen de mode van de tijd in. Davis is zijn leven lang met een heldere trompetklank blijven spelen.

Jaren ‘40

Op 15-jarige leeftijd gaat Davis naar de middelbare school en hij wordt lid van een muziekkorps, onder leiding van zijn muziekleraar Buchanan. Ook speelt hij in bandjes. Hij bestudeert gretig muziektheorie en leert partituren lezen. 

Onder druk van zijn moeder, die vond dat hij eerst de school moest afmaken, slaat hij het aanbod af om lid te worden van de Tiny Bradshaw band. Kort daarna speelt hij als invaller in de Billie Eckstine Band, waarin ook Art Blakey, Dizzie Gillespie en Charlie Parker spelen. Na deze ervaring besluit Davis naar New York te verhuizen “where the action is”. Hij wordt toegelaten tot de Juilliard School of Music, maar maakt zijn opleiding niet af om voltijds muziek te kunnen maken. Hij speelt in verschillende bands, onder andere het Charlie Parker kwintet. Hier speelt hij geregeld samen met Gillespie en Mingus. In een van de nummers ‘Now’s the Time’, speelt hij een solo die vooruit loopt op wat ‘cool jazz’ zou worden.

In deze periode worden onder andere opgenomen ‘Half Nelson’ (1947) en ‘Sippin’ at Bells’ (1947).

In Augustus 1948 vormt Davis, samen met Mulligan, Roach, Lewis en anderen een negenkoppige band (nonet), die een muzikaal alternatief zoekt voor bebop. Uiteindelijk worden negen nummers opgenomen en uitgebracht als singles. Pas in 1957 werden deze gecompileerd in het album ‘Birth of the Cool’, dat een voorheen ongekende orkestrale klankkleur heeft. 

Jaren ‘50

Na terugkeer van een verblijf in Parijs werd Davis depressief en hij kwam zonder werk. Hij was nog geen 24 jaar oud en raakt verslaafd aan heroïne, wat zijn spel niet ten goede kwam. Hij wordt uiteindelijk zijn verslaving de baas en neemt twee albums op: ‘Miles Davis Quartet’ (1953) en ‘Miles Davis Volume 2’ (1956). Meer albums volgen en zij geven een beeld van zijn overgang van cool jazz naar hard bop. Hard bop is meer gericht op harmonie en melodie en gebruikt geregeld populaire songs als uitgangspunt voor improvisatie. ‘Walkin’’ is het eerste album dat representatief is voor dit genre. Je kunt hier een opname zien uit dit album:

Miles’ optreden op het Newport Jazz Festival in juli 1955, samen met onder andere Monk en Mulligan brengt de publieke belangstelling voor zijn werk weer terug. Het Miles Davis Quintet, waarvan nu ook John Coltrane deel uitmaakte, bracht in de tweede helft van de jaren ’50 vier albums uit, die in 1956 in twee marathonsessies waren opgenomen.  ‘Cookin’with the Miles Davis Quintet’(1957), ‘Relaxin’ with the Miles Davis Quintet’(1958), ‘Workin’ with the Miles Davis Quintet’(1960) en ‘Steamin’ with the Miles Davis Quintet’. Hier kijk je naar een opname van ‘When I fall in Love’ uit het laatste album

Davis reist verschillende malen naar Parijs, waar hij onder andere de soundtrack opneemt van ‘Ascenseur pour l’échafaud’ (1958, met regisseur Louis Malle).

Moe van alle optredens en reizen, was Davis toe aan een nieuw project. Hij ambieert een baan aan een universiteit om zijn theoretische kennis en zijn vakkundigheid als uitvoerend kunstenaar te combineren. Maar het wordt een project met de Canadees-Amerikaanse componist, pianist en arrangeur Gil Evans. In de periode 1957 – 1962 maken beide vijf albums die sterk afwijken van Davis’ oeuvre tot dan toe. 

Op Miles Ahead (1957) speelt Davis op bugel “The Maids of Cadiz” van Léo Delibes. Het is de eerste keer dat Davis klassieke muziek opneemt. Je luistert hier naar een opname van dit nummer gespeeld door de big band van Gil Evans (2018). 

Porgy and Bess (1959), een van de vijf albums die hij met Gil Evans opneemt, bevat arrangementen van stukken uit de opera van George Gershwin.  Sketches of Spain (1960) bevat muziek van Joaquín Rodrigo en Manuel de Falla en composities van Evans. Ook dit album was een groot succes; in de VS alleen zijn er meer dan 120.000 exemplaren van verkocht. Op dit album kun je onder andere luisteren naar Davis’ versie van het Concerto d ‘Aranjuez.

Het laatste album van het duo is Quiet Nights (1963), een verzameling bossanova-nummers die overigens tegen Davis’ en Evans’ zin werd uitgebracht.

De box Miles Davis & Gil Evans: The Complete Columbia Studio Recordings (1996) won in 1997 de Grammy Award voor ‘Best Historical Album’ en ‘Best Album Notes’. Het is geschenk waarmee je menig muziekliefhebber een plezier doet.

In maart 1959 brengt Davis ‘’Kind of Blue’ uit dat vaak zijn beste album wordt genoemd en ook een van de beste albums uit de geschiedenis van de jazz. In 2019 waren er in totaal 5 miljoen exemplaren van verkocht. Nummers zijn onder meer: Freddy Freeloader’, ‘So what’ en ‘All Blues’’. Dit laatste nummer wordt hier gespeeld door de Frankfurt Radio Big Band in 2020.

‘Kind of Blue’ wijkt af van Davis’ eerdere hardbop jazzstijl waar improvisaties zijn gebaseerd op complexe akkoordenschema’s. In plaats daarvan improviseren solisten op basis van een voorgegeven ‘modus’, meestal een of meer van de zeven klassieke toonladders, of een variant daarop. Doel van zo’n modale aanpak is vergroten van de vrijheid voor solisten om een improvisatie vorm te geven. Later zal onder andere ook John Coltrane ook voor deze ‘modale benadering’ kiezen.

Jaren ‘60

Miles blijft in deze jaren rondreizen met zijn kwintet dat in de loop der jaren veel personele wisselingen kent. Ook moet hij verschillende malen in het ziekenhuis worden behandeld in verband met heupfracturen en een leverinfectie. Zijn platenverkoop daalde naar een minimum. Einde jaren ’60 neemt hij weer vijf nieuwe albums op: ‘Miles smiles’ (1966), Sorcerer’(1967), ‘Nefertiti’(1967), ‘Miles in the sky’(1968) en ‘Filles de Kilimanjaro’(1968). Tijdens concerten verbindt de band nummers aan elkaar, zodat ze in elkaar overvloeien. Dit bleef Davis doen tot 1975.

In de laatste twee albums schakelt Davis deels over op elektrische instrumenten, het begin van zijn ‘fusion’-periode.  Rockinvloeden zijn nu steeds hoorbaarder. ‘In a silent way’ (1969) geldt als het eerste fusionalbum, en het had veel commentaar van jazzcritici tot gevolg. Hier kun je luisteren en kijken naar ‘In a silent way’ uit het gelijknamige album.

Jaren ‘70

Bitches Brew’ (1970) is opnieuw een bestseller. In 2003 was er een miljoen exemplaren van verkocht. De nummers waaruit het album bestaat zijn met technische hulmiddelen uit afzonderlijke opnamen samengesteld en bewerkt. Miles Davis begint met ‘Bitches Brew’ op te treden in de voorprogramma’s van rockbands zoals die van Steve Miller en Neil Young. Ook treedt hij op voor een publiek van 600.000 bezoekers aan Het Island of Wight Festival. Ook nu volgen critici hem met argusogen. Je kunt hier kijken en luisteren naar een deel van Bitches Brew .

Davis raakt onder invloed van de muziek van Karlheinz Stockhausen; critici spraken van ‘space music’.  Het album ‘On the corner’(1972) mengt deze invloed met funk. Er volgt een reeks albums met opnamen van optredens: ‘In concert’(1972), ‘Get up with it’(1974), Agharta (1974), Pangea (1976) en Dark Magnus (1977). Fans vonden deze albums schitterend; critici veegden er de vloer mee aan. Zij hekelden Davis’ gewoonte om tijdens optredens met de rug naar het publiek te spelen of naar de grond te kijken. Hij gebruikte alcohol, codeïne en morphine om tijdens deze optredens op de been te blijven en moest herhaaldelijk in het ziekenhuis opgenomen worden.

In 1975 houdt Davis op met muziek te maken. In de navolgende vijf jaar deed hij een poging om een nieuwe band samen te stellen. Uiteindelijk lukt het hem om terug te komen. Hij bracht twee nieuwe album uit ‘The man with te horn’(1981) en ‘We want Miles’(1981), waarmee hij een Grammy Award wist te verdienen voor de ‘Best Jazz Instrumental Performance By a Solist”. 

Pas nadat hij een beroerte kreeg nam hij voor de rest van zijn leven afstand van het gebruik van alcohol en drugs, ging hij tekenen en gezond leven. Hij speelt nu ook ‘cover’ versies van popsongs, zoals ‘Time Ater Time’ van Cindy Lauper. Hij verruilde zijn op funk gebaseerde stijl voor een meer melodische stijl. Ook werkte hij met een keur van andere artiesten samen, zoals Zucchero Fornaciariin een versie van Dune Moss.

Jaren ‘90

In 1991 speelt Davis op het Montreux jazz festival met een orkest onder leiding van Quincy Jones voor het eerst nummers uit de albums Miles Ahead, Porgy and Bess en Sketches of Spain, die hij eind jaren ’50 met de kort daarvoor overleden Gil Evans had opgenomen. Je kunt hier hun hele optreden beluisteren en bekijken. Het af en toe zwakke spel van Davis was het gevolg van het feit dat hij ten tijde van het concert ernstig ziek was.

Tijdens een groots concert in Parijs, waaraan veel collega’s meededen ontving hij de orde “Chevalier of the Legion of Honour” uit de handen van de Franse minister van cultuur, die hem de “Picasso of Jazz” noemde. 

Terug in de VS neemt bij zijn laatste album ‘Doo-Bop’ op, dat postuum zou worden uitgegeven (1992), net als Rubberband (2019). Op 25 augustus treedt hij voor de laatste maal publiekelijk op. En stukje van zijn laatste optreden in Europa op 1 juli 1991, het nummer ‘Human Nature’, zie je hier. 

In september overleed hij aan een reeks van complicaties.

Miles wordt alom geprezen als pionier van de 20ste-eeuwse jazz en vanwege zijn invloed op de ontwikkeling van rock. De Guardian plaatst Davis bij de beste jazz musici ooit. Davis liep voorop bij alle vernieuwingen: ‘cool jazz’, ‘hard bop’, ‘fusion’ met rock, soul, funk en hip-hop. Zijn werk is daarmee een aanhoudende kritiek op de bebop. Hij heeft de grenzen van jazz ver opgerekt en daarmee tevens veel musici geïnspireerd.

Een twee uur-lange documentaire, ‘The Miles Davis Story’ won een internationale Emmy Award. 

Plaats een reactie