
Eind jaren ’80 besteedden veel jongeren de nodige tijd aan spelen in een bandje, hopend op eeuwige roem. Zo’n bandje was Smile, opgericht door student natuurkunde en huidig Queengitarist Brian May. Er vonden serieuze audities plaats en na een reeks wisselingen van de wacht bestond Smile naast May uit Roger Taylor (drums), Farrockh Bulsara (zang) en John Deacon (basgitaar), allen studerend aan colleges in Londen.
Farrockh woonde nog niet zo lang in Engeland. Hij bracht zijn jeugd door in een kostschool in India. Zijn ouders woonden in Zanzibar (nu Tanzania) waar zijn vader Brits bestuursambtenaar was. In 1964 verhuisde de familie naar Londen. Farrockh veranderde zijn naam in Freddy Mercury en ook de band kreeg een nieuwe naam, Queen. Dit viertal bleef tot aan de dood van Mercury in 1991 bijeen. May en Rogers vormen tot op de dag van vandaag nog steeds de kern van Queen.
De bandleden oefenden zich suf en ontwikkelden zich daardoor als virtuoze muzikanten. De band heeft inmiddels tientallen albums uitgebracht, waarvan het eerste Queen heette en het tweede Queen 2.
Het eerste album vond weinig weerklant, alleen het nummer ‘Keep yourself Alive’ kende een bescheiden succes.
Het tweede album was succesvoller, het nummer ‘Seven Sees of Rye’ belandde op nummer 10 van de Engelse hitparade en zorgde ook voor bekendheid van de groep in Japan, waar deze ook optrad. Maar voor een doorbraak in Europa zorgde het derde album ‘Sheer heart attack’ en vooral het nummer Killer Queen. Deze opname dateert uit 1975, toen de groep inmiddels al wereldberoemd was.
Die beroemdheid had de groep vooral te danken aan het vierde album ‘A night at the opera’ en het nummer ‘Bohemian Rhapsody’. Daar wijd ik een aparte verkenning aan. Ik volsta nu met het feit dat het nummer inmiddels 1,5 miljard keer via streamingdiensten is beluisterd en muziekrecensenten het in 1977 al het beste nummer van de afgelopen 25 jaren noemden.
Het heeft weinig zin om de uitgebrachte albums chronologisch te vermelden. Het hele repertoire wordt tot op de dag van vandaag gespeeld en het staat op talloze studio- en/of life en verzamelalbums.
In alle nummers valt vooral het expressieve optreden van Freddy Mercury op en het fenomenale bereik van zijn stem (4 octaven). Maar ook de vaak meerstemmige samenzang, het orkestrale samenspel en de virtuositeit van de leden van de groep. Het effect is soms ook theatraal en pompeus. Misschien is wel het meest opvallende kenmerk de variatie in stijl. Het nummer ‘Stone Cold Crazy’ was hard-rock, ‘Seaside rendezvous’ tendeert naar dixieland, en ‘Crazy little thing called love’ mag rock-and roll heten. Van dat laatste nummer hier een (studio)opname.
De grootste successen in de jaren ‘80 waren ‘Radio Gaga’, met een wat futoristische videoclip, I’ want to break free’, een parodie op de serie Coronation Street, waarin de bandleden optreden in jurken. Veel fans, vooral in de VS konden daar de grap niet van inzien. Maar ook ‘Another one bites the dust’, met een iconische baspartij van John Deacon en niet te vergeten ‘Under pressure’, dat de groep samen met Dave Bowie had gemaakt. Andere succesnummers waren ’We are the champions’ en ‘The show must go on’. De band maakte verschillende wereldwijze tournees en trad daarbij doorgaans op in de grootste voetbalstadions. Hier: ‘Another one bites the dust’.
Halverwege de jaren ’80 trad de band op in Zuid-Afrika en dat zorgde voor een golf van kritiek. Er werd dan ook met spanning uitgekeken hoe het optreden van Queen op het Life Aid zou vallen. Een voor die dagen ongekend grootschalig concert, om geld in te zamelen voor de honger in Afrika, dat overigens € 250 miljoen opleverde. De groep die inmiddels al veel ervaring had met optreden in een stadions bereidde zich tot in de puntjes voor. Via een list regelden ze dat het geluid tijdens hun optreden harder stond dan bij andere bands. Het concert werd later het beste liveoptreden van een groep ooit genoemd. Het zorgde dan ook voor een nieuwe piek in de populariteit die culmineerde in twee optredens in het Wembleystadion in Londen, een jaar later.
Hier een fragment van ’We will rock you’ tijdens Band Aid.
De leden van de groep ondernamen in de tweede helft van de jaren ’80 ook de nodige ook solo-activiteiten. Een daarvan was een project van Freddy Mercury met de met de Spaanse operazangeres Montserrat Caballé. We zien Freddy Mercury hier in in andere gedaante dan gebruikelijk.
Het laatste optreden waarin Freddy Mercury in volle glorie te bewonderen valt, dateert uit 1990, waar hij en de bandleden op uitermate krachtige en geconcentreerde wijze het liedje ‘De show must go on’ ten gehore brengen. Voor de leden van de band, die inmiddels op de hoogte waren van de slopende ziekte van freddy Mercury zal dat liedje een beladen inhoud hebben gehad.
Ondanks de ziekte van Freddy Mercury produceerde de band nog twee studioalbums, ‘the Miracle’ in 1989, waarvan de naam verwijst naar het moeizame productieproces. In 1991 verscheen nog ‘Innuendo’. Dit album is een soort muzikale erfenis van het viertal. Het grijpt terug op eerdere successen en bevat opnieuw uiteenlopende stijlen variërend van hardrock (The Hitman), tot ballads (These are the days of our lives en Bijou en ook gospel (All God’s People).
Hier ‘These are the days of our lives’. Op deze videoclip zijn de sporen van Freddy’s ziekte duidelijk te zien.
In een persbericht op 23 november 1991 verklaart Freddy Mercury dat hij aan aids leidt en de dag daarna sterft hij. Hij overleed in de armen van zijn vriend Jim Hutton en de vrouw, May Austin, waarmee hij een aantal jaren samenwoonde en die hij nog altijd als zijn geliefde beschouwde. Alle filmbeelden uit deze periode zijn samengevat in een korte aangrijpende documentaire.
De Bohemian Rhapsody wordt opnieuw uitgebracht en bereikt in het Verenigd Koningrijk meteen weer de eerste plaats. De overige leden van de band hadden het zwaar. Brian May kwam in een zware depressie en liet zich in een kliniek opnemen, waar het herstelproces zich inzette. Hij en Roger Taylor besluiten door te gaan met Queen. De ingetogen John Deacon leed misschien nog wel het meeste. Hij probeerde mee te doen aan de overigens schaarse optredens, maar trok zich in 1997 uit de muziekwereld terug. Hij vond dat Queen zonder Freddy Mercury geen bestaansrecht meer had. Als laatste actieve bijdrage aan de band nam hij in 1997 nog een liedje op ter nagedachtenis aan Freddy Mercury, genaamd ‘No One but You (Only the Good Die Young)’. In de opname is de leegte die Freddy had nagelaten duidelijk merkbaar.
Toch nam Freddy Mercury allesbehalve de centrale positie in de band in, die hij als zanger op het podium had. Freddy Mercury heeft een zeker aantal grote hits op zijn naam zoals ‘Crazy Little Thing Called Love’, ‘We Are The Champions’, ‘Under Pressure’, ‘One Vision’, ‘Somebody To Love’ en uiteraard ‘Bohemian Rhapsody’. Enkele van de grootste hits zijn geschreven door de onopvallende bassist Deacon. Naast ‘Another one bites the dust” ook ‘I Want to Break Free’ en ‘You’re My Best Friend’. Roger Taylor staat voor ‘Radio Gaga’, ‘A kind of magic’ en ‘The days of our lives en Brian May voor ‘Save Me’ en ‘We wiill rock you’. Voor de muzikale stijl en de presentatie tekenden de heren samen.
In de rest van de jaren ’90 bleven de activiteiten van de band beperkt. Zowel May als Taylor werken verder aan hun solocarrière en Brian May heeft weer tijd voor de wetenschap.
May is coauteur van drie wetenschappelijke publicaties. Op 23 oktober 2006 verscheen het boek Bang! The complete history of the universe dat May samen met sir Patrick Moore en Chris Lintott heeft geschreven. Zoals de titel aangeeft, behandelt het boek de geschiedenis van het universum. Hiermee is May weer terug bij het vakgebied waarvoor hij heeft gestudeerd.
Nadat hij in 2006 zijn aantekeningen terugvond, heeft May alsnog gewerkt aan zijn proefschrift over de reflectie van zonlicht op interstellair stof, dat gebaseerd is op waarnemingen die hij in 1971 in de sterrenwacht van Tenerife deed. Hij leverde in augustus 2007 het manuscript van zijn proefschrift in bij zijn promotors en promoveerde op 23 augustus 2007.[2] Daarnaast heeft May twee eredoctoraten.[3]
Het was inmiddels al weer drukker geworden rond de band. Brian May en Roger Taylor werken samen met Robert de Niro aan een musical, ‘We will rock you,’ die in 2012 in première ging. Al is het verhaal van de Britse auteur Ben Elton nogal dun, de musical was een groot succes en in vele landen verschenen eigen versies, zo ook in Nederland, een productie van Joop van den Ende. Maar ook in Rusland en de VS. Op 17 augustus 2015 doorbrak de musical het record van de langstlopende musical in het Dominion Theatre in Londen dat eerder op naam van Grease stond.
Begin 2005 kondigden Roger Taylor en Brian May aan dat de band een wereldtournee zou gaan maken, waarbij Paul Rogers de zang voor zijn rekening zou nemen. De naam van de nieuwe formatie was Queen + Paul Rodgers. De samenwerking zou tot eind 2009 duren. `de groep produceerde in 2008, 12 jaar na het vorige, een nieuw album, dat vooral bestond uit oude hits van Queen.
Inmiddels hadden Rogers en May kennis gemaakt met Adam Lambert. Zijn fenomenale stembereik evenaart dat van Freddy Mercury en de groep besluit opnieuw een wereldtournee te gaan maken, nu onder de naam Queen + Adam Lambert. Ook nu stonden de oude hits van Queen op het programma. Hij treedt nog steeds hij geregeld op met de groep, onder andere tijdens de viering van het 60-jarig ambtsjubileum van dé Queen in 2020 boor Buckingham Palace. Lambert kiest voor een eigen interpretatie, minder grootste gebaren, wat lichter en technisch volmaakt. Hier een optreden in Tokyo in 2014, waar de band samen met Adam Lambert ‘Under Pressure’ zingt.
Na de musical was een decennium later een film over Queen aan de beurt, getiteld Bohemian Rhapsody, maar die het hele verhaal van Queen vertelt, lichtelijk gedramatiseerd. Grote groepen jongeren komen opnieuw in de ban van de groep en Bohemian Rhapsody wordt wederom een hit. In de film speelt Rami Malek de rol van Freddy Mercury. De liedjes zijn grotendeels ingezongen door de Canadese zanger Marc Martel, een stemkunstenaar die niet alleen Freddy Mercury feilloos kan nazingen, maar ook talrijke andere artiesten. May en Rogers kennen hem al jaren, want hij was zanger van de ‘officiële’ door hen opgerichte Queen ‘tribute band’, ‘Queen Extravaganza’. Deze groep bestaat nog steeds is uiterst populair en een heeft een drukke concertagenda, overigens zonder de Marc Martel en de andere leden van het eerste uur.
In het onderstaande filmjpe zien we een optreden van Queen Extravaganza als pauze act in American Idol. Op het einde van het liedje verschijnen ook twee oude bekenden op het toneel en zingen en spelen uiteraard mee.
We maken in de volgende verkenning verder kennis met de bijzondere kwaliteiten van Marc Martel.
Overigens, het gezamenlijke vermogen van de nog levende leden van Queen inmiddels rond de 75 jaar oud, (inclusief John Deacon) is ruim een half miljard, meer dan dat van de ‘echte’ Queen.
Plaats een reactie