
In de vorige post heb ik verkend hoe muziek ons in beweging brengt alleen al door zijn ritme, tempo en klankkleur. We zagen even af van de rol van melodie door alleen naar het effect van slaginstrumenten te kijken. Het werd al vlug duidelijk dat de invloed daarvan op onze stemming groot is. Een band als ‘Slagerij van Kampen’ zorgt ervoor dat je maar met moeite op je stoel kunt blijven zitten. Dit dankzij een stevig tempo, een opzwepend ritme, een goede balans tussen herhaling en variatie en het gebruik van verschillende slaginstrumenten, elk met hun eigen klankkleur.
We gaan nu naar de invloed van de menselijke stem in muziek kijken. Om het effect daarvan te versterken doen we dat door naar een paar koren te luisteren. Wat zo’n koor met het publiek doet, blijkt al meteen uit de eerste opname, een optreden van het ‘John’s Boys’, een mannenkoor uit Wales.
Het gezang voelt als een warm bad en bezorgt je – net als de leden van de jury – kippenvel. De meerstemmige zang en de wisselingen betrekken je emotioneel bij de inhoud van het lied, al versta je die nauwelijks. Ook blijkt hoe belangrijk het is dat ze de zangers ziet. De emotie komt daardoor veel sterker over.
Ik ga nog een stap verder. Het Belcanto Choir uit Vilnius zingt een compositie van de componist Karl Jenkins (ook uit Wales), getiteld Adiemus, uit het album ‘Adiemus: Songs of Sanctuary’ uit 1995. De tekst bestaat alleen uit betekenisloze woorden. De zangstem wordt gezien als een instrument maar tegelijkertijd kan geen enkel instrumenten het effect evenaren. De muziek zelf bevat Keltische en Afrikaanse elementen.
Net als het eerste nummer is het enthousiasme van de zangers aanstekelijk en de meerstemmigheid, de solistische accenten én de afwisseling tussen hard en zacht brengen de variatie die de luisteraar blijft boeien.
In beide gevallen zal het publiek niet letterlijk in beweging komen, maar emotioneel des te meer. Dat dit lukte blijkt ook uit de jarenlange notering van dit muziekstuk op de NPO Radio 2 Top 2000, zij het niet in de topregionen…..
Deze impact van deze optredens vergelijken we met die van twee andere koren. Beide vertolken het liedje ’Can you feel the love tonight’, in 1994 gecomponeerd door Elton John voor de film ‘The Lion King’. We luisteren eerst naar jet reusachtige San Francisco Gay Men’s Choir, met orkestbegeleiding.
De massaliteit, de meerstemmigheid en de aanzwellende crechendo’s maken de uitvoerig indrukwekkend, maar wat ontbreekt is de de emotie die in de vorige uitvoeringen zo’n centrale rol speelde. Dan nog is de menselijke stem een prachtig ‘instrument’, maar blijkbaar is er meer nodig dan een perfecte uitvoering om de gevoelsmatige betrokkenheid bij de luisteraar te weeg te brengen. De vraag is dan waaruit dat ‘meer’ bestaat.
Ik laat hetzelfde liedje ‘Can you feel the love tonight’ nu horen door een bijzonder klein koor, The King Singers. Je ziet en hoort twee grote verschillen. In de eerste plaats brengen slagen de zangers door hun expressie en zang erin de gevoelswaarde van het liedje over te brengen. Tegelijkertijd is er sprake van een veel grotere variatie in klankkleur die veel verder gaat dan meerstemmigheid alleen. De registers van hoog tot laag worden volledig benut en de zang van elk van de zangers apart en die van het collectief versmelten.
Door ritmische instrumenten aan een koor toe te voegen worden zowel hart als lijf aangesproken. Het voorlaatste nummer dat ik laat horen is de koorbewerking van het veel gezongen liedje Afrika. Dit liedje is in 1982 voor het eerst uitgebracht door Toto en staat nog steeds op de NPO Radio 2 Top 2000. Het liedje is een ode aan Afrika, de tropische regen inclusief: “I bless the rain out of Africa”. Het liedje ontleent een deel van zijn populariteit aan het feit dat je Afrika gewoon voelt, wat je je er ook bij voorstelt. Het Angel City Chorale – ook uit Los Angeles – brengt dat in essentie over, te beginnen met de regen. Wat dit koor teweeg brengt is met muziekinstrumenten alleen onmogelijk. Dat komt door de de imitatie van de regen en de donder, de enthousiaste presentatie van zangers en solisten, de meerstemmigheid én de wijze waarop de zangers zich bewegen. De muzikale begeleiding versterkt dit effect maar overheerst het koor nergens.
Wat tot slot laat horen is een uitvoerig waarin alles samenkomt: de ingetogenheid van het gezongen woord die plotseling omslaat en door een verandering van tempo , ritme en klankkleur tot een volledige kentering in de beleving van het publiek leidt. Het publiek dat eerst ademloos luistert begint te klappen en hier en daar te dansen. Een uitvoering die de ‘hele mens’ in beweging brengt. ‘I will follow him’ is oorspronkelijk gezonden door Petula Clark in 1961.
Plaats een reactie